Op NPO Start is eerder deze maand een mooie documentaire over gokken toegevoegd. De makers van de WNL documentaire reeks ‘Stand van Nederland’ bezoeken voor iedere aflevering een andere sector en deze keer hebben ze de gokindustrie in de spotlights gezet. Met onder andere bezoeken aan Nederlandse gokindustrie die een omzet van 2 miljard euro had in 2018, maar ook een kennismaking met de internationale live casino’s. Van kraslot en lotto tot aan renbaan Duindigt en de blackjacktafel in het casino, het komt allemaal voorbij.
Nostalgisch bezoek aan de renbaan
De documentaire over gokken start op een van de oudste goklocaties in Nederland, renbaan Duindigt. Ook voor enthousiaste gokkers in veel gevallen onbekend terrein, want binnen de gehele gokmarkt spelen de paardenrennen nog maar een minimale rol. De hele setting, met baanmanager Gerard Koop voorop, straalt nostalgie en vergane glorie uit. Toeschouwers komen er veel minder dan vroeger en dagomzetten van een miljoen in vroeger tijden zijn opgedroogd tot maximaal 50.000 euro. De grote gokkers zijn naar het buitenland vertrokken.
Documentaire over gokken op bezoek in de prijswinnaarskamer
Leuk natuurlijk om een prijsje te winnen bij de paardenrennen, maar de ultieme droom is voor velen een miljoenenprijs in bijvoorbeeld de staatsloterij. In dat geval kom je in een kamer terecht die maar weinig mensen echt van binnen hebben gezien, de prijswinnaarskamer. Met daarin een aparte terminal waar je winnende lot nog een keer wordt gecontroleerd en een tafel om even bij te komen en – jazeker – het formulier in te vullen waardoor het bedrag naar jouw bankrekening wordt overgemaakt.
Mooi inkijkje in live casinostudio in Riga
Bijzonder is ook het inkijkje dat je in deze documentaire over gokken krijgt in het live casino entertainment. De documentairemakers bezochten de enorme Playtech casinostudio in Riga. Branchegenoten als Evolution Gaming hebben soortgelijke studio’s in Oost-Europa waarin vele honderden dealers (ofwel croupiers) 24×7 het spel gaande houden. Je ziet hoe deze dealers in verder lege studio’s – althans, spelers vind je er niet – hun werk al pratend tegen een camera doen. Ook zie je hoe ze worden getraind. In de spelregels uiteraard en hoe het casinowiel wordt bediend, maar ook met talencursussen. Want voor iedere gereguleerde markt heeft Playtech een lokaal aanbod met croupiers die de betreffende taal spreken. En daar komt dus binnenkort ook Nederlands bij. Alles is erop gericht om de speler een perfecte beleving te bieden:
“Our people are the product. Without the people, we would be just a big furniture company” (Edo Haitin, managing director live casino van Playtech)
Hij ziet het live casino dan ook vooral concurreren met andere interactieve entertainment diensten zoals Netflix en Youtube. Veel minder druk maakt hij zich over de concurrentie van online casino’s op een computer.
Contrasten in deze documentaire over gokken
Wat opvalt is het enorme contrast tussen enerzijds de grootschalige loterijen, het Holland Casino en de internationaal georiënteerde (live) casino’s, en anderzijds de nog kneuterige renbaan en bijvoorbeeld het Gran Casino van casino ondernemer Frank Kastelijns. Een kleinschalige casinoketen die wekelijks een aantal duizenden gokkers over de vloer krijgt. Officieel is het geen casino maar een speelhal waarin alle spelen volautomatisch verlopen. Croupiers mag Kastelijns namelijk niet inzetten, want dat is voorbehouden aan de Holland Casino’s. Hij mag ook maar maximaal 20 cent per spin laten inzetten (“20 cent per 3 seconden”). Zodat hij high rollers niets te bieden heeft, die moeten naar het Holland Casino. Kastelijns ziet de beperkingen ervan en zet dan ook in op een online vergunning volgend jaar.
Openhartige croupier in documentaire over gokken
Of Holland Casino erg blij is met de openhartige croupier in de documentaire is overigens maar de vraag. Allereerst zegt deze man doodleuk dat het spelen met chips het gevoel van echt geld wegneemt waardoor mensen toch eerder geneigd zijn zwaarder in te zetten. Daarna legt hij nog maar eens uit dat ‘the house always wins’. Hartstikke waar natuurlijk, maar of zijn baas Erwin van Lambaart nu echt op deze openhartigheid zat te wachten?